Clostridium botulinum betekent: spoeltje van worst. De naam ontstond doordat er begin 19e eeuw een syndroom van spierzwakte werd geconstateerd na het eten van bloedworst. Dit werd daarom worstziekte, of botulisme, genoemd. Botulisme ontstaan echter niet alleen door het eten van besmet vlees, maar ook als gevolg van met de Clostridium botulinum besmette vis en groenten. Het micro-organisme bestaat uit beweeglijke staven, en groeit bij 10 tot 40 graden Celsius, maar alleen als er geen zuurstof aanwezig is. Er zijn maar liefst acht typen Clostridium botulinum, die bij groei in levensmiddelen een krachtig gif met invloed op het zenuwstelsel vormen. Botulisme heeft een incubatietijd van 12 tot 72 uur en de symptomen - misselijkheid en braken, gevolgd door moeheid, duizeligheid, hoofdpijn, spierverlamming, dubbel zien en ademhalingsproblemen - doen zich gedurende één tot tien dagen voor. De afloop is vaak fataal: 30 tot 65 procent van de slachtoffers sterft aan deze vergiftiging. De behandeling bestaat uit het toedienen van antigif dat, mits snel en adequaat toegediend, effectief kan zijn. Clostridium botulinum komt voor in grond en water. Bij groente of fruit gaat het om besmetting via de grond, waarbij ondeugdelijk conserveren groei van het micro-organisme veroorzaakt. Bij vlees ontstaat de besmetting vaak bij het slachten. De overeenkomst van veel botulismegevallen is dat het met name gaat om producten die thuis bereid worden, bijvoorbeeld ingemaakte groenten of geweckt fruit. Het verraderlijke is dat besmet voedsel er nog wel vers kan uitzien.